dinsdag 30 april 2013

Johan Lotens: Schilderen als ‘way of life’

Met het artikel dat over hem verschijnt, gaat voor Johan Lootens een oude droom in vervulling. Als jongen van 15 jaar verkocht hij zijn eerste werkje op de Korenmarkt in Gent en sindsdien is hij uitgegroeid tot een ervaren aquarellist die tweemaal per jaar in het oude centrum van Brugge 150 werken exposeert. Schilderen is de essentie van zijn leven. Brugge is in België dé stad die jaarlijks overspoeld wordt door 7 miljoen kunst-toeristen die respect hebben voor tradities en die graag binnenlopen in de zaal van de oude Huisbrouwerij waar Johan exposeert. Naast de bekende zichten van Brugge met zijn historische gebouwen, het Minnewater en de achterafstraatjes schildert hij ook interieurs en caféscènes waar op regenachtige dagen de klanten hun toevlucht zoeken. Maar hij is ook gefascineerd door Thailand waar hij de stilte van het warme strand op papier vastlegt of de drukte in de straten van de hoofdstad. Van op een bootje op de Chao Phraya rivier in Bangkok brengt hij de geuren en kleuren van de omgeving op zijn blad over. Sfeer en suggestie zijn de sleutelwoorden in zijn werk. Lootens is een klassieke schilder die vertrekt van een tekening en oog heeft voor de typische kleine details die een werk charme geven. Op katoenpapier van Arches (300gr) brengt hij de tekening aan met een pen met glasvezelpunt. Daarmee kan hij gelijkmatig inkt toevoeren. De druk van zijn hand bepaalt of hij zeer fijne lijntjes zet of centimeter dikke lijnen. Met het gebruik van pen en wash gaat hij terug naar de oorsprong van de aquarel. “De pen heeft iets spontaans, los en soepels. Je kan er accenten en contrasten mee aanbrengen. Het zijn leesbare lijnen. Gecombineerd met de katoenstructuur van het papier geeft dat een mooi effect. Gevoeligheden kunnen beter weergegeven worden.” Voorlopers van Turner gingen op dezelfde manier te werk. Soms zet hij in een spontane ingeving met die pen een tekst op het werk. Lootens is een pure aquarellist maar brengt hier en daar een accent aan in Chinese inkt. Hij werkt op droog papier en schildert van boven naar beneden, van links naar rechts en laat alles in elkaar overlopen. Door nat-in-nat te werken krijgt hij meer sfeer op het blad. Het roodbruine van een muur laat hij overlopen in het blauwe van de lucht waardoor een wazigheid ontstaat die zachtheid in het werk brengt. Lootens hecht veel belang aan suggestiviteit. In een tweede fase laat hij alles drogen, dan start hij weer van boven naar omlaag en zet hij waar nodig nog een vlak extra. Als derde fase wordt de helft in de schaduw gezet, de andere helft in het licht. Lootens is een buitenschilder die de nuances van licht en kleur aan den lijve wil ondervinden. “Ik verlang direct contact met mijn onderwerp. Dan pas zie je alle details, alle kleurnuances. Op een foto is gras egaal groen maar in de realiteit is het een wirwar van gelen en groenen. De werkelijkheid is veel rijker en gevarieerder dan om het even welke afbeelding. Ik overdrijf graag inkleuren en flirt zelfs met het kitscherige. Mijn handelsmerk is paars. Die kleur in al zijn fijne schakeringen verveelt mij nooit.” Zijn grote voorbeelden zijn de Amerikaanse aquarellisten Winslow Homer en John Singer Sargent. “De denkwijze van Sargent is onbereikbaar. Hij was minstens even geniaal als Van Dyck”. Van de hedendaagse schilders bewondert hij vooral Charles Reid met zijn ‘natural way to paint’, Alvaro Castagnet die ook overdrijft in zijn kleuren en een zeer emotionele schilder is en zelfs Gottfried Salzmann hoewel die volgens hem te veel naar het abstracte neigt. De kunst van Lootens is immers een romantische kunst. “Ik ben een schilder van oude stenen, bruggetjes, het leven en de menselijkheid, het verval. Ik ben niet de man van de abstracte driehoek.” In de grote voorbeelden maar ook in collega-schilders als Guy Gruwier bewondert hij vooral de meesterlijke techniek, de professionele houding en de passie. “Grote kwaliteitsschilders zijn zeldzaam maar in onze Lage Landen zijn er per vierkante meter de meeste te vinden. Dat ligt aan ons klimaat, onze traditie en cultuur.” Omdat Lootens les geeft aan de Sint-Lucas kunstschool in Gent waar hij tien jaar kunst studeerde, vraag ik hem of de aquarelkunst nog aan bod komt in de huidige leerplannen. Hij is het ermee eens dat aquarel stiefmoederlijk behandeld wordt. In de bezuinigingswoede die er nu heerst worden richtingen afgebouwd en hier en daar ‘ziet men aquarel nog door de vingers’. “Jonge mensen vinden aquarel doorgaans niet hip, het is iets voor pralines-etende, koffiedrinkende vrouwen. Maar voor mij is het belangrijk dat er aandacht is voor mijn werk. Ik hoef niet in een museum terecht te komen waar mijn werk in de kelders wordt opgeborgen. Ik wil dat mijn werk leeft bij de mensen en bij hen vind ik de waardering waarvoor ik het uiteindelijk doe.”

1 opmerking: