zondag 28 april 2013

Het patina van het leven in de olieverfschilderijen van Erik Nagels

In de drie zalen van de Antwerpse galerij Arte Falco liep een tentoonstelling van de werken van de Belgische olieverfschilder Erik Nagels. Nagels is leraar Schilderen en Modeltekenen aan de Academies van Mortsel en Kapellen en legt zich vooral toe op het uitbeelden van de mens in zijn ‘condition humaine’. Hij wordt geboeid door wat de filosoof Heidegger noemde ‘het in de wereld geworpen zijn’: de mens wordt in de wereld geworpen en moet zich handhaven en er het beste van maken. Nagels beeldt in zijn portretten van muzikanten, oude mensen of kinderen die ‘struggle for life' uit, wat(...)zijn werken een inhoudelijke diepgang verleent. Hij noemt zichzelf een barok schilder die houdt van diagonale, schuine lijnen en van dynamiek. Hij bewondert schilders als Balthus, Michael Borremans, Sam Dillemans of Anselm Kiefer met hun typerende handschrift en verfmaterie. “Ik noem mijn werken intimistische, expressionistische portretten. Ik heb een groot respect voor de werkelijkheid en streef naar een realistische weergave die verder gaat dan een fotografische gelijkenis.” Nagels’ verlangen naar diepgang herkent hij bij de Duitse en Vlaamse expressionisten. Ook zij behandelden thema’s die het publiek afschrikten en zij legden een bijna ondraaglijke spanning in hun werken. Nagels noemt dit ‘het lelijke van het mooie en het mooie van het lelijke.’ Een vijftiental portretten van een Antwerpse jazz-saxofonist tonen vooral de gelaatsexpressie van de muzikant, de blik in zijn ogen of de details van zijn gekromde vingers op de koperen knoppen en kleppen van het instrument. Het is niet zijn bedoeling de act van de muzikant uit te beelden maar de weemoedige levenshouding die past bij die muziek. De joodse klezmermuziek die hij speelt is een combinatie van (...) vrolijke muziek die toch in een mineurtoonladder blijkt te staan. Het melancholische in de warme klanken van de saxofoon weerspiegelt zich in de gedempte kleuren op het doek. De saxofoon wordt telkens anders geschilderd: nu eens houdt de muzikant zich vast aan de sax, dan weer manipuleert hij het instrument. Het gaat de schilder om de suggestie van (...)details in de expressie van het beeld. Naar je werk luisteren Nagels gaat bij het schilderen snel te werk en zeer intens. Daarvoor gebruikt hij de impasto, een schildertechniek waarbij de verf in zeer dikke streken wordt aangebracht, wat de structuur van het oppervlak versterkt. Aan de olieverf voegt hij puimsteenpoeder toe om een pastelachtig, korrelig effect te verkrijgen. Doordat hij met het reliëf van de verf werkt, gaan de kleuren tintelen. Interessante nuances worden verkregen door half nat in half nat te schilderen. Hij werkt in drie sessies waarbij eerst een magere oliehoudende preparatielaag wordt aangebracht op een grof doek. Op die basislaag zet hij het schilderij in de verf en ten slotte worden details eruit gehaald en geaccentueerd. “Die details kies ik naargelang (...) de compositie en de inhoud. Het ene onderwerp vraagt meer concretisering dan het andere. Ik ben constant in dialoog met mijn werk. Ik luister naar wat het me zegt en sta open voor wat zich aandient. Ik werk meestal met een hypothese, nooit met een vast omlijnd idee. Als je het concept vooraf vastlegt, kan er zich onderweg niets creatiefs meer voordoen.” Zijn personages zoals wielrenners of oudere mensen hebben de harde kanten van het leven gezien en dragen die mee in de gegroefde lijnen van hun gezicht of in de kromming van hun lichaam. Zijn onderwerpen zijn niet gaaf meer maar veranderd door wat ze meegemaakt hebben. In een bejaardentehuis zocht hij oude mannen en vrouwen op met karaktervolle koppen. De expressie in de gezichten en de drukke motieven van hun kleding typeren hen. De gezichten zijn vaak gedeformeerd maar de personen blijven herkenbaar als type. Een ‘grande dame’ kijkt je aan met een fiere blik, een oude dame in badpak troont pontificaal met gouden juwelen om de hals in een plastic kinderbadje. Een tandeloze oude man kijkt je vertederend aan. Tegenover de levenswijsheid en berusting van de ouderdom staat de ongereptheid van kinderen. In zijn kinderportretten zijn de gezichten realistischer, minder gedeformeerd want nog niet door het leven getekend. Jonge jongens en meisjes worden afgebeeld staande voor een caravan, onschuldig slapend of spelend met een turkooiskleurige fiets of een klimrek. Het zijn jonge mensen die nog alles te verwachten hebben. Het patina zit in het leven rondom hen en zij staan er onbevangen tegenover. Te jong in een te oude wereld. Ook in deze kinderportretten zijn de kleuren geschilderd in dezelfde gedempte toonaard. “De beste werken ontstaan wanneer ik thematisch aan een hele reeks werk. Schilderijen die in een verbrokkelde periode gemaakt zijn, zijn vaak minder goed. In het begin is het moeilijk te weten wanneer een werk af is. Ik heb het geleerd door te ver te gaan en te voelen wanneer de psychologische spanning in een beeld verminderde. Je moet leren inschatten waar het punt ligt dat er niets meer toegevoegd hoeft te worden. Hierbij kan niemand je helpen. Je kan alleen proberen te communiceren met het werk.” .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten