maandag 29 april 2013

Europa in hoofdsteden : Een rondreis in aquarel

August Vermeylen (1872-1945) was een Vlaams schrijver en kunsthistoricus die met vooruitziende blik de visie verdedigde dat de toekomst van Vlaanderen in Europees verband gezien moet worden en gebouwd moet zijn op culturele en economische krachten. Zijn meest bekende uitspraak luidt: “Wij moeten Vlaming zijn om Europeeër te worden”. Deze uitspraak is om verschillende redenen van toepassing op de Belgische kunstenaar Léon Leenders (B-Mol). Leenders is van Germaans-Keltische afkomst met voorouders uit het Nederlandse Limburg en Wallonië. Hij is in Welkenraedt geboren. Dit stadje, ooit op de grens tussen België en Duitsland, ligt nu in het hart van de Euregio Maas-Rijn en op enkele kilometers van het Drielandenpunt. De plaatselijke bevolking spreekt een Limburgs-Duits grensdialect en hoewel de gemeente officieel Franstalig is, wordt er op de zondagse vlooienmarkt ook Duits, Nederlands, Platduits en Waals door elkaar gesproken. Sinds 1959 woont Léon in Mol in de Kempen, waar hij tot aan zijn pensionering tewerkgesteld was bij het centrum voor Kernenergie, een multiculturele omgeving waar de meeste Europese talen door elkaar gesproken worden. Oorsprong, beroep en omgeving hebben zijn interesse voor andere culturen en volkeren ontwikkeld. Die belangstelling heeft geleid tot een artistieke rondreis door Europa. Met zijn tot atelier en leefruimte omgebouwde mobilhome heeft Léon alle hoofdsteden van de Europese Unie bezocht met de bedoeling er een geaquarelleerde reisreportage van te maken. In iedere stad zocht hij het representatieve : een pittoresk straatje, een statige brug over de Liffey, de bollen van het Atomium gezien doorheen de struiken, de Franse zetel van de Fiat in Parijs… Léon werkt niet plaatsgebonden maar zoekt in elk land een andere sfeer en een eigen kleurengamma. Met grote precisie schildert hij ieder detail van het landschap dat hem boeit. In tegenstelling tot aquarellisten die graag abstraherend werken, houdt Léon van de exacte weergave van de dingen. Toch brengt hij geen details omwille van de details, maar om de rijkdom van het werk te verhogen. Hoe meer je de techniek beheerst, hoe rijker de communicatie kan worden. Aan een kunstwerk stelt hij drie eisen: het moet een geestelijke inhoud hebben die door de context duidelijk wordt, het moet emoties losmaken en gevoelen uitdrukken, en het moet technisch verantwoord zijn. Wanneer aan die vereisten is voldaan, wordt een schilderij een stuk menselijke ziel. Dan is het kunstwerk een langdurig getuigenis van een mens die geleefd heeft in de ware zin van het woord. De bijna hyperrealistische werken van Léon zijn niet alleen ontroerende artistieke producties, ze zitten ook verankerd in de politieke en economische context van vandaag. De Docklands langs de Thames in Londen [afb.1] vormen een futuristische wijk met hoogstandjes van projectontwikkelaars, terwijl op de voorgrond nog wat overblijfselen van de antieke haveninstallaties te herkennen zijn. Een meerpaal verwoest door het brakke water is langzaam veranderd in een kleurrijk beeldhouwwerk. De Gronnegade (groene straat) in Kopenhagen [afb. 2] met zijn huizen in vakwerkbouw spreekt tot de verbeelding. De ijzerachtige rode, soms okeren kleur van de stenen is typerend voor de Deense boerderijen en dorpjes. Om diepte aan het schilderij te geven is naast de rode hoek het perspectief van een kwaliteitswinkelstraat meegenomen. Voor de sfeer is de wandelzone denkbeeldig uitgebreid. De auto’s en het overeenkomstige stadsmeubilair zijn uit het oog verdwenen. ‘La valse des giraffes’ [afb. 3] rond het Europees Parlement in Brussel toont ons een stad in wording. De ranke ‘halzen’ en ‘armen’ van de kranen reiken voor zich uit; zij zorgen voor de aanleg van de HST-lijnen die uit alle richtingen van Europa zullen komen. Het Internationaal Congrescentrum staat er als een mammoet van glas en beton. In zijn ramen wordt de omgeving nog even weerspiegeld, die morgen met haar gezellige sfeer en herinneringen zal verdwijnen. Van alle hoofdsteden van de EU vindt Leenders Amsterdam de intiemste. Deze stad aan het water heeft overzichtelijke grachten, homogene kades en bruggen en laat ’s avonds de straatverlichting weerkaatsen in het stille, sombere grachtenwater. Perspectief en structuur zijn in deze werken uiterst belangrijk. Het zicht op de Westerkerk [afb. 4] is dubbel interessant. Esthetisch gezien legt de toren een verband tussen hemel en water en geeft hij zin aan het perspectief. Historisch gezien is de kerk een parel van architectuur uit de Gouden Eeuw. In Leenders’ zichten van Amsterdam herkennen we naast de ruimte- en kleurperspectieven nog dat duidelijke structuur-perspectief: van het impressionistische pointillisme tot het aquarellistische wazige, waardoor het rechtlijnige van de koopmanshuizen goed kan uitkomen. Léon was de Belgische winnaar van de Grote Internationale Aquarelwedstrijd “Arches 500 jaar” en van de Zilveren Handen op Zenith ’04 in Brussel. Op de Vlaamse Aquareldagen van 11/8 tot 23/9 in Schellebelle bij Gent is hij de eregenodigde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten