maandag 29 april 2013

De schilder als archeoloog - De fantasierijke wereld van Jef Bertels

In een dorp nabij de taalgrens waar Vlaanderen en Wallonië samenkomen, woont kunstenaar Jef Bertels. Met olieverf en aquarel heeft hij een eigen kosmos gecreëerd die bevolkt wordt door vreemde wezens. Met halfgeloken ogen kijken zij om zich heen, ruimtetuigen en rondcirkelende planeten zweven rond hen. Zijn werken dragen titels als ‘De roergangers’ , ‘De componisten’ of meer mysterieus ‘Landschap met stromatolieten en de stille val van een imperium’. Indien de titel het mysterie vergroot, is dat omdat de kunstenaar de fantasie van de kijker wil prikkelen. Er moeten geen puzzels opgelost worden, of symbolen verklaard maar het schilderij moet op een vragende manier bekeken worden. De schilder vertelt immers geen precies omschreven verhaal, hij wil eerder bij de kijker verhalen losweken. Het is aan hem om het aangeboden stramien in te vullen. De thematiek van Bertels is duidelijk geïnspireerd door de wereld van science-fiction en phantasy. De vreemde toestellen en antropomorfe wezens doen denken aan de wereld van Lord of the Rings, Star Wars en Star Trek. Maar naast de literaire bronnen zoekt de schilder ook houvast in de wereld van de beta-wetenschappen. Naslagwerken over fysica, astronomie, evolutieleer en wetenschapsfilosofie leveren hem stof tot nadenken en tot filosoferen over de materie. ‘Tolkien waardeer ik vooral omwille van het literaire en om het realisme in zijn schrijfstijl. Maar de kwantumfysica en de biologie vertellen mij iets over de zoekende mens die zich wil oriënteren. Wat mij boeit is de manier waarop de mens zich plaatst in het universum.’, aldus Bertels. Hoewel ook de kortverhalen van Asimov een diepe indruk op hem maakten, beschouwt hij zijn werk niet als illustraties bij sciencefiction literatuur. De wereld die hij met olieverf of aquarel creëert straalt iets specifieks uit waar ondanks het soms gewelddadige karakter, de sfeer toch lieflijk is en vredig is. Zoals een archeoloog legt hij een wereld bloot die aanvankelijk technisch hard overkomt, maar die toch een zachte keerzijde heeft. De paadjes zijn met mos begroeid, in een schooltje op een verre planeet bouwen kinderen aan een ruimteschip, het is er muisstil. Wanneer Bertels aan een werk begint, weet hij vaak niet waar hij zal eindigen. Het werk gaat als het ware zijn eigen weg. Er komt een wereld tevoorschijn die niet meer overeenstemt met het beeld dat zijn uitgangspunt was. Bertels vertrekt van vijf basiskleuren: oker, Indisch rood, ultramarijn blauw, gebrande sienna , rauwe sienna en wit. Door een beperkt kleurenpalet te gebruiken, ontstaat er eenheid en harmonie in het werk. De blauwe kleur komt in zijn laatste werken intens naar voren en contrasteert met de warmere kleuren. In ‘De ontdekkingsreizigers’ vormt het blauw een kosmische achtergrond vol architectonische elementen. De bruine bol stelt een ruimteschip voor dat als een knusse cocon fungeert binnen die vijandige omgeving. Synthese is een sleutelwoord in de kunstwerken van Jef Bertels. Er hangt een spanning tussen enerzijds de uitdagende wereld van het avontuur die angst en onzekerheid inhoudt en anderzijds het verlangen naar warmte en geborgenheid. De koele technologische wereld van ruimteschepen en agressieve tuigen wordt verzacht door grappige, rustieke elementen die er op een contradictorische manier in sluipen. Het ruimteschip heeft een bibliotheek met fragiele glasramen, een homunculus die meestapt in een vreemde optocht, is gehuld in een warme sjaal . De samenhang in deze werken is mede te danken aan het muzikale karakter ervan. ‘Ik bekijk mijn werk zoals een abstract schilder dat doet. Het beeld en de beweging moeten goed in elkaar zitten. Het ritme moet kloppen. Op mijn schildersezel draai ik mijn werken voortdurend om om te zien of de compositie juist zit. De lucht is soms een wilde improvisatie met verf maar bij de uitwerking van het geheel telt elk detail. Zodra ik voel dat ieder detail een positief effect heeft op het geheel, weet ik dat de eindfase nabij is.’ Bertels verwijst naar componisten als Benjamin Britten of Sjostakovitch die gelaagde muziek schreven met een bijzondere diepgang. Maar terwijl zij met hun kunst een politieke of maatschappelijke boodschap uitdroegen , is dat bij Bertels niet het geval. Zijn werk is illustratief maar niet moraliserend. De schilder vertelt geen specifiek verhaal maar biedt beelden aan waar de kijker zijn conclusies kan uit trekken. De beelden en de muzikaliteit vormen één geheel met het verhalende. De keuze die hij maakt voor olieverf, of aquarel noemt hij een bijna fysieke voorkeur. Het sensuele contact met het materiaal is primordiaal en zijn affectieve relatie ermee bepaalt welke techniek wordt toegepast. De werkwijze verschilt omdat aquarel een snellere techniek vergt en meteen goed moet zijn. Bij olieverf kan er gewist en overschilderd worden. Terwijl aquarel meer transparantie biedt, is olieverf het geschikte middel om in lagen te werken en complexe onderwerpen weer te geven. ‘Olieverf heeft de naam een oud ambachtelijk materiaal te zijn maar door zijn organisch, plastisch karakter is het een geschikt middel om uit te drukken wat je bedoelt. Maar welke techniek je ook kiest, een schilder moet altijd proberen naar de diepte van de materie te gaan.’ En dat is wat in Bertels’werken gebeurt: diepere lagen ontginnen waardoor zich een wereld ontvouwt die de kijker meeneemt op een bizarre tocht in de ruimte van zijn eigen fantasie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten